De Nek

De menselijke wervelkolom bestaat uit 24 individueel bewegende wervels, het heiligbeen en het stuitbeen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen nekwervels (7 stuks), borstwervels (12 stuks), lendenwervels (5 stuks), het heiligbeen (5 wervels die met elkaar vergroeid zijn), en het staartbeen (4 wervels die met elkaar vergroeid zijn).

De nekwervels

De bovenste 7 wervels noemen we de nekwervels (of halswervels).

De wervels van de nek 

De atlas

De eerste nekwervel wordt de C1 (of atlas) genoemd. Het is een bijzondere wervel – bovenaan heeft hij twee ovale gewrichtsvlakken waarmee de atlas het hoofd draagt. Een zware taak, want het hoofd van een volwassene weegt ongeveer 6 kilo.

De verbinding tussen het hoofd en de atlas wordt ook wel het ja-gewricht genoemd: het maakt ja-knikken mogelijk doordat het hoofd iets naar voren en naar achter op de gewrichtsvlakken kan bewegen.

 

De axis

De tweede wervel wordt de C2 (of axis) genoemd. Ook dit is een bijzondere wervel. Bovenaan heeft hij een omhoogstekend stuk bot, de dens genoemd. De atlas wordt met deze dens (en vele spieren en gewrichtsbanden) op zijn plaats gehouden.

De axis wordt ook wel “de draaier” genoemd. De atlas, en daarmee het hoofd, kunnen rondom de dens draaien, een beweging die overeenkomt met het nee-schudden.

De nekwervels Atlas en Axis

C3 t/m C7

Onder de atlas en axis, zitten de nekwervels C3 tot en met C7. Dit zijn normale wervels, zonder speciale functie. De C7 is de eerste wervel die bij veel mensen van buitenaf duidelijk zichtbaar is: de punt naar achteren (het doornuitsteeksel) is extra groot.

 

Spieren en gewrichtsbandjes

In en rondom de nek zitten erg veel spieren en gewrichtsbandjes. Die houden het geheel bij elkaar, maken bewegingen mogelijk en beschermen de nek.

 Wat kan er mis gaan?

De nek is een behoorlijk stevige constructie en kan heel wat verduren. Vallen, een voetbal vol in het gezicht, een klap tegen het hoofd: de nek kan het meestal goed verwerken. Maar soms is de klap te groot en gaat er echt iets fout in de nek. Twee zaken springen eruit. Het zijn de twee problemen waarmee we met de Collumbehandeling werken.  

 

Torsie

De bovenste wervel (de atlas ) kan iets naar links of naar rechts gedraaid zijn. Dit noemen we een torsie. Het gevolg kan zijn dat deze torsie verderop in de wervelkolom gecompenseerd wordt. Dat kan dan structureel leiden tot zaken zoals een scheefstand van het bekken, een beenlengteverschil en allerlei rugklachten.

 

Whiplash

En dan is er de whiplash. Een whiplash wordt vaak alléén in verband gebracht met een auto-ongeval. Dit is onjuist! Een whiplash kan op vele manieren ontstaan.

Een whiplash is vaak het gevolg van een flinke klap tegen het hoofd of lichaam. De spieren hebben dit onvoldoende op kunnen vangen. Het gevolg kan zijn dat het hoofd zo’n onverwachte beweging gemaakt heeft, dat het niet meer goed op de gewrichtsvlakken van de atlas (C1) staat.  Bij een whiplash staat de atlas dubbel uit positie.  Dit is de reden waarom whiplash klachten niet zomaar over gaan en de klachten zich opstapelen in de loop van de tijd. Bij een whiplash kan het voorkomen dat de atlas ook nog extra nog links of rechts getorst is. 

Klachten

Het eerste probleem (een torsie) geeft bij de aanvang eerder lichtere klachten, maar deze klachten gaan verergeren na verloop van tijd waardoor de noodzaak tot een behandeling ontstaat.

Het tweede probleem, de whiplash, leidt over het algemeen vrij snel tot behoorlijke en complexe klachten.

Andere therapieën falen (soms jarenlang), of brengen slechts tijdelijke verlichting. Mensen met een whiplash zijn vaak radeloos (maar niet reddeloos). Met onze behandeling is er vaak een oplossing!

 

Hier een overzicht van klachten die veel voorkomen.

 

Korte uitleg begrippen
De atlas

De eerste nekwervel C1 (of atlas) genoemd, heeft bovenaan twee ovale gewrichtsvlakken waarmee de atlas het hoofd draagt. De verbinding tussen het hoofd en de atlas wordt ook wel het ja-gewricht genoemd: het maakt ja-knikken mogelijk doordat het hoofd iets naar voren en naar achter op de gewrichtsvlakken kan bewegen.

De Axis

De tweede wervel of C2 (of draaier)  heeft bovenaan een omhoogstekend stuk bot, de dens genoemd. De atlas wordt met deze dens (en vele spieren en gewrichtsbanden) op zijn plaats gehouden. De atlas, en daarmee het hoofd, kunnen rondom de dens draaien, een beweging die overeenkomt met het nee-schudden.

Torsie

De bovenste wervel (de atlas ) is naar links of naar rechts gedraaid zijn. Het gevolg kan zijn dat dit verderop in de wervelkolom gecompenseerd wordt

Whiplash

De atlas staat dubbel uit positie.  Dit is de reden waarom whiplash klachten niet zomaar over gaan en de klachten zich opstapelen in de loop van de tijd. Bij een whiplash kan het voorkomen dat er ook nog torsie aanwezig is.